Delfts Blauw

Wanneer je in een verpleeghuis moet gaan wonen, wat neem je dan mee?

Het verpleeghuis waar ik werk heeft echt ruime kamers, maar elke bewoner of mantelzorger moet thuis toch kiezen. Dit wel mee en dat niet!
Misschien vaak met pijn in hun hart gaan dingen niet mee. Iedere verzorgende of verpleegkundige zal eerlijk toegeven dat sommige kamers toch wel iets te vol gepropt zijn. Vol met plastic bloemen, geborduurde schilderijtjes, gehaakte kleedjes, veel foto’s van kinderen en kleinkinderen, tinnen kannetjes, koperen salamanders en Delfts Blauw. En over dat laatste wil ik het graag even hebben.

Stel je voor er komt een invalkracht en die vraagt bij iedere bewoner waar Delfts Blauw in de kamer staat “mag ik er even onder kijken, misschien is het van mij”. De bewoners worden acuut achterdochtig: Die zuster wil mijn Delfts Blauw stelen! Ik kan je verzekeren dat wil die zuster niet. Want die zuster dat ben ik namelijk. En ik ben dan ook niet zo brutaal om bij de eerste kennismaking gelijk al het Delfts Blauw om te keren. Ik zeg wel: “Mooi Delfts Blauw “. En dan krijg ik een hartverwarmend verhaal over de stap van de aanschaf van zo’n mooi stuk. Het gaat vaak gepaard met een jubileum, een geboorte of een bijzonder historisch moment. Soms is het zelfs al een erfstuk van een tante, een moeder of een zus.

Waarom die interesse in Delfts Blauw, zult u waarschijnlijk denken.

In mijn jonge jaren wilde ik het artistieke leven in. Niet in een winkel werken of op kantoor. En over de verpleging had ik nog helemaal niet nagedacht. Ik wilde naar de kunstacademie. Helaas ging dat er bij ons thuis niet in. Als het dan niet rechts om kon dan maar links om, dacht ik. Zo kwam ik terecht bij de Koninklijke Porseleyne Fles om daar de opleiding te volgen tot plateelschilderes. Ik vond het wel indrukwekkend klinken “plateelschilderes”. Het hield echter slechts in dat ik dag in dag uit koetjes, molentjes, borden, eierdopjes, vingerhoedjes en vazen schilderde in de al eeuwenoude traditionele afbeeldingen.

Dat zag ik mij niet tot mijn pensioen doen. In mijn zoektocht naar een ander vak heeft een vriendin mij over de streep getrokken om de Verpleegkundige opleiding te volgen. Dat was nog lastig, want de serieuze overstap van plateelschilderes naar verpleegkundige, daar wilden veel ziekenhuizen niet in geloven.

En nu kom ik bij de bewoners in het verpleeghuis “mijn” koetjes, molentjes, bordjes, eierdopjes, vingerhoedjes en vazen tegen! Laatst was ik bij een bewoner waar ik inmiddels wat langer zorg verleen en waar ik het vertrouwen had om over mijn schilderscarrière te vertellen. Ik vroeg dan even of ik mocht kijken of ik het had geschilderd. 10 borden aan de muur en ja zeg! Eén van mijn hand. Dat was toch wel geweldig! Het was het bord wat haar zus had gekregen van haar baas toen hij met pensioen ging. En nu hing het al 10 jaar aan haar muur na de dood van haar zus.

Wat zit er een wereld tussen het moment dat ik dat bord schilderde en het bord voorzichtig vast houd bij die lieve bewoner. Ik had nooit kunnen vermoeden, toen ik als 19-jarige zat te schilderen hoe dierbaar dit product voor mensen kan zijn. Het is voor mij een bijzonder moment: de plateelschilderes ontmoet de verpleegkundige. Ik mag een foto maken als bewijs dan kunt u ook met mij meekijken.

Als plateelschilderes kreeg iedere schilder initialen toebedeeld. Op die manier kan een klant kiezen voor producten van een favoriete schilder, maar ook het bedrijf kon controleren of je voldoende productie maakte met de juiste kwaliteit. Mijn initialen waren AnB. De initialen AvB waren helaas al vergeven. De initialen werden onder of achter het product geschilderd zodra het klaar was. Samen met het embleem van de Koninklijke Porseleyne Fles en de jaarcode. In dit geval staat CY voor 1979.

 | SVOZ  | SVOZ

Annelies van Breukelen, docent SVOZ –
verpleegkundige & mantelzorger