Hoe zit het nou toch met mannen en voetbal? Ik bedoel niet alle mannen, maar mannelijke verpleegkundigen. Ik heb er een thuis. Mijn man is ooit verpleegkundige geweest. Zo hebben we elkaar ontmoet. Hij is niet echt een voetbalman. Hij is een muziekman; jazz en rock en rol. Toen het Nederlands elftal Europees kampioen werd in 1988 kwamen voetbal en muziek dicht bij elkaar. Mijn man moest met zijn bandje optreden. De hele avond kwam hij niet verder dan op zijn bas ‘Marco van Basten’ te tokkelen. De hele kroeg reageerde met veel gejuich. Toen was ik ook voor voetbal en hebben we de hele nacht doorgefeest.
Verder heeft voetbal in ons huis niet echt een plek. Maar hoe zit dat toch met mannelijke verpleegkundigen en voetbal? Een bevriende verpleegkundige is een echte voetbalfan en dat verbroedert zodra er weer echte kampioenschappen zijn. Dan zit mijn man samen met zijn vrienden uit de verpleegkunde op onze bank te genieten van het voetbal. Wat doe ik dan? Het gaat echt aan mij voorbij. Ik begrijp het spelletje niet. Ik vind het ongelofelijk moeilijk om na de rust te onthouden dat ze de andere kant op spelen en dan heb je nog buitenspel en corners, het zal allemaal wel.
Dus mij hoor je nooit over voetbal praten, wat soms een gemis kan zijn.
Momenteel heb ik in mijn lesgroep van de MBO-Verpleegkundige opleiding een deelnemer zitten die tevens een super voetbalman is. Natuurlijk kan ik hem enthousiast krijgen als ik het heb over de werking van het hart en over het klinisch redeneren, maar het meest enthousiast wordt hij van voetbal.
Dat schiep niet echt een band tussen hem en mij.
Tót de aanloop van het kampioenschap van Feyenoord. Dat kon zelfs mij niet ontgaan, omdat ik pal tegen Rotterdam aan woon en het gejuich en vuurwerk in mijn achtertuin te horen was. Deze deelnemer woont in de buurt van Amsterdam, maar was voor dit seizoen voor Feyenoord omdat ze het zo goed deden. Opeens was er een band. Een voetbalband met mijn leerling.
Doet deze leerling het goed in de praktijk? Hij doet het geweldig goed. Hij loopt nu stage in het ziekenhuis. Als er even tijd is maakt hij praatjes met de cliënten. Met mannelijke cliënten en met mannenpraat over voetbal. De cliënten ervaren het als een zegening. Niet praten over de ziekte, niet praten over stimuleren in de zelfzorg, niet praten over verwerking. Gewoon praten over voetbal.
Ik ben om, er moeten veel meer verpleegkundige voetbalmannen bij in de zorg. Daar worden de cliënten blijer van.
Ik was mij daar eerder nog nooit zo bewust van. Met dank aan Feyenoord!
Annelies van Breukelen, docent SVOZ en mantelzorger