Blog: Kerst

Wintertijd is ingegaan, een geheel andere periode.
In januari van dit jaar kwam mijn moeder op de verpleegafdeling, we gaven haar niet lang meer. Maar door alle goede zorg is mijn moeder super opgeknapt en opgewekt. Ze kijkt erg uit naar de gezellige december maand.

“Waar zetten we de kerststal neer”, overlegt ze met mij. Sinds het overlijden van mijn vader heb ik de taak op mij genomen om mijn moeder te helpen met de kerststal en alle versieringen die daarbij komen kijken. Ik zeg: “waar de televisie staat?”. De TV is een ambivalent probleem. Toen mijn moeder nog in de aanleun woonde, was de TV haar beste tijdverdrijf. Bij de verhuizing naar de verpleegafdeling móést de TV natuurlijk mee. De TV kreeg dezelfde plek die ze thuis ook gewend was. Naast de kast bij het raam. Helaas klaagde zij in het verpleeghuis er over dat haar ogen teveel achteruit waren gegaan en dat ze het niet meer kon zien. Dus ik dacht dat we de TV konden wegdoen, maar dat bleek toch een iets te grote stap voor mijn moeder.

“Met kerst zijn er vaak wel leuke programma’s en als de TV weggaat, kan ik die niet zien!”. Aan zo’n noodkreet wil ik natuurlijk gehoor geven. “Dan zetten we de kerststal op tafel” opper ik. Voor mijn moeder is een tafel om aan te eten of te puzzelen of te kaarten, maar niet voor een kerststal.
Ik bedenk mij suf. Er is nog een soort loze muur tussen de twee ramen waar ook een stopcontact op eindigt. “Is dat daar een idee?”. “Nee,” zegt mijn broer die inmiddels is aangeschoven. “Dan moet ze over de tafel heen kijken, het kan het beste op de tafel”. Mijn moeder zegt geen ja en geen nee. Dat zegt voor mij eigenlijk wel genoeg. Ik opper nog de vensterbank. “Dan kijk je tegen het licht in”, zegt mijn moeder. Ik vind het geen argument, want zodra ze tijd heeft om naar haar stalletje te kijken, is het namiddag en dus altijd donker. Nee, de vensterbank wordt het ook niet.

En dan ik het zover. Uit mijn kelder pluk ik alle dozen voor de kerstversiering en de kerststal. Het is de dag waarop Nederland is bedolven onder een pak sneeuw en er niets anders opzit dan lopend naar mijn moeder te gaan. Mijn man en ik binden alle dozen en zakken vast aan onze fietsen en lopen glijdend en glibberend naar het verpleeghuis. In het verpleeghuis spreek ik eerst maar eens met de zuster. “Kijkt mijn moeder nog TV?”. “Nee, ze zit nooit alleen op haar kamer”. Prima, denk ik. De TV kan dus weg en de stal komt ervoor in de plaats. “Ja maar”, stribbelt mijn moeder tegen, “er zijn zoveel leuke programma’s met de kerst”. Mijn man heeft een goed idee. Hij verplaatst wat planken in de kast en zet daar de TV in. Hoewel een beetje schuin past het redelijk goed. Mooi op ooghoogte. We zetten mijn moeder voor de TV waar inmiddels een praatprogramma op is. “Dat zie ik niet”, zegt ze. En opeens herinnert ze het zich weer dat ze vanwege haar slechte ogen al heel lang geen TV meer kijkt. Mijn man kijkt mij aan met een groot vraagteken boven zijn hoofd. Ja schat, dat is het lot van de ouderdom, dan vergeet je wel eens wat.

 | SVOZHet bouwen van de stal kan beginnen en daarover is mijn moeder niets vergeten. Ze dirigeert: “Eerst de os en de ezel, die moeten het kindje Jezus warm houden. Dan Maria en Jozef met het kindje in de kribbe. En dan alle schapen en de herders die komen kijken“. Ik zet later met haar goedvinden de drie koningen, de kameel en de kamelendrijver op de vensterbank, want zij komen pas op 6 januari bij het kribbetje aan. Als de lampjes van de kerstboom aan gaan, is haar kamer omgetoverd in een gezellige kerstsfeer. Moeder kijkt blij naar haar kerststal.

Annelies van Breukelen, docent SVOZ –
verpleegkundige & mantelzorger