Blog: Vrouw van de schoenmaker

Mijn moeder wil er altijd netjes uitzien. Dat heeft ze van kleins af aan met de paplepel meegekregen. Met je kleren laat je zien of je het goed hebt. Zij had het in haar kinderjaren niet goed. En als je het niet goed had, liep je op klompen. Mijn moeder had wel schoenen, maar die waren alleen voor de zondag, voor naar de kerk. Ze vertelde mij vroeger dat ze niets liever wou dan met de schoenen naar school. Want als je schoenen aan kon naar school dan hoorde je bij de rijken.

Misschien is mijn moeder daarom wel extra verliefd geworden op mijn vader. Mijn vader was schoenmaker. En een schoenmaker draagt goede schoenen. Hij winkelde nooit, maar als hij schoenen nodig had dan werd het een dagje Rotterdam en kregen mijn moeder en ik ook mooie schoenen.

De mooie schoenen van mijn moeder zijn in de loop der jaren ingeruild voor degelijke schoenen. Schoenen met klittenband, die makkelijk aan en uitgedaan konden worden. Elke dag had ze schoenen aan, ook al ging ze de deur niet uit. En de schoenen moesten passen bij haar kleding. Dus ze had lichte schoenen, bruine en zwarte schoenen. Want de combinatie moest wel passen. Anders liep ze voor gek, vond ze. “Je draagt geen zwarte schoenen onder een lichte broek”, zei ze dan.

In het verpleeghuis moest de zorgverlening er erg aan wennen. Mijn moeder kon furieus worden als de zuster de bruine schoenen pakte voor onder een zwarte broek. Nu is zij erg slechtziend en kon er soms ook flink geredetwist worden of de broek nu zwart of bruin was. Pas als mijn moeder was overtuigd van de juiste kleur kon de keuze van de schoenen gemaakt worden.

 | SVOZOp een dag kwam de verpleeghuisarts de schoenen verbieden. Mijn moeder hield veel vocht vast, waardoor haar voeten te veel knelden in haar schoenen en ze uiteindelijk decubitus aan haar teen aan het ontwikkelen was. De arts had een alternatief bij zich die de meeste verzorgenden ‘verbandschoenen’ noemen. “Ik ga niet voor gek lopen”, zei mijn moeder en was furieus naar de arts toe. De zuster deed de verbandschoenen bij haar aan en mijn moeder schopte deze gelijk weer uit. Radeloos werden wij gebeld voor een alternatief. Misschien pantoffels die lijken op schoenen alleen maatje groter? Voor mij de schone taak om deze te kopen. Helaas, de decubitus werd er niet minder door.

Mijn schoonzus kwam op het idee van antislipsokken. Prima plan, alleen zijn ze met name te koop in roze, lichtblauw, paars en groen. “Ik ga niet voor gek lopen”, zei mijn moeder weer. Mijn schoonzus begrijpt het probleem en zoekt het hele internet af voor “volwassen” antislipsokken in zwart. Gelukkig accepteert mijn moeder dit alternatief.

Nu ben ik het die er een beetje moeite mee heeft. Mijn moeder is de vrouw van de schoenmaker en ik ben de dochter van de schoenmaker en wíj dragen schoenen! Een stukje van mijn moeders waardigheid is verloren gegaan. Een stukje levensstrijd van mijn moeder eindigt in antislipsokken.
Zij heeft er vrede mee, nu ik nog.

Annelies van Breukelen, docent SVOZ –
verpleegkundige & mantelzorger